Dharma onderwijs

29 Oktober 2018

Nembutsu

In bijna alle Zenboeddhistische tempels in Azië worden festivals gehouden of ceremonies gedaan ter ere van het wezen van Compassie. Dan wordt het vierentwintigste hoofdstuk van De Lotus Soetra gezongen of gereciteerd alsook de naam van de Bodhisattva van Barmhartigheid – Kuan Yin (Chinees) of Kanzeon (Japans). Dit heet Nembutsu, het (herhaaldelijk) zingen of reciteren van de naam van een Boeddha of Bodhisattva. Dit devotionele zingen is in het Chinees heel melodieus en in het Japans ritmisch met volle klanken (klinkers meer dan medeklinkers). In de tempels van de O.B.C. wordt dit festival jaarlijks gevierd en de Soetra van Kanzeon wordt dan vierstemmig gezongen op westerse religieuze muziek geschreven of verzorgd door eerwaarde meester Jiyu-Kennett.

Dit jaar wilden deelnemers aan de recente verdiepingsretraite in oktober in Wolk-en-Water hermitage teruggaan naar die oude traditie van het zingen van Kanzeons naam. De Chinese chant werd vertaald in het volgende heel eenvoudige couplet:

Eer aan Kanzeon,
Ik dank je Kanzeon, Grote Kanzeon, goede Kanzeon,
Ik open mijn hart voor Kanzeon.

Als we weten waar ‘Kanzeon’ naar wijst, drukt dit eenvoudige vers heel de boeddhistische beoefening uit: we buigen naar en voegen ons bij dat wat alles dat verschijnt waarneemt en omvat. Dit voltrekt zich niet door ons ‘doen’ maar door het zien en ‘laten zijn’. We zijn alle uitdrukkingen van de universele Boeddhanatuur dankbaar; dankbaarheid kleurt ons leven met een warme gloed. Er is diepe acceptatie van alles dat is. De compassie is oneindig en omvat het grenzeloze potentieel van verschijningsvormen. Ze is ‘goed’ want in haar wezen vrede en liefderijk. Als ik mijn hart open voor Kanzeon, open ik mijn hart voor mijzelf en alle leven.

DSCN1667

Kanzeons naam wordt ook vertaald als 'de bodhisattva die alle kreten van de wereld verhoort'. Wanneer we moeilijkheden ervaren en ons dan wenden naar, 'roepen' naar Kanzeon, is er een onmiddellijk antwoord. Onze roep wordt niet alleen gehoord maar ook verhoord. Ons lijden wordt niet alleen gezien maar ook omvat. Dit komt door het naar binnen keren van de stroom van gewaarzijn. Kanzeon is geen sprookje en geen object.

Het zingen van zo’n eenvoudig lied kan ook een uitdaging zijn voor ieder met scepsis en twijfel. Daar kunnen we goed gebruik van maken. Vragen van allerlei aard zijn zinvol, zoals: waar is dat wezen van compassie dan? Is er compassie aanwezig in mijzelf, en waarom voel ik dat dan niet? Ben ìk 'dat wat verschijnt en wordt waargenomen en omvat' – of ben ik dàt wat waarneemt en omvat? Wanneer we diep kijken, zijn het wezen van compassie en degene die in devotie naar compassie opziet dan nog twee?

"Als we weten waar ‘Kanzeon’ naar wijst, drukt dit eenvoudige vers heel de boeddhistische beoefening uit: we buigen naar en voegen ons bij dat wat alles dat verschijnt waarneemt en omvat."

is in 1981 ingewijd tot zenmonnik door eerw. meester Jiy-Kennett, en leraar in de Wolk en Water hermitage